Rose wijn

Waar komt de kleur vandaan?

Rosé wijn is gemaakt van blauwe druiven, soms in combinatie met witte druiven. De wijn krijgt zijn kleur doordat de schillen van de blauwe druiven minder lang bij het sap (de most) blijven dan bij de bereiding van rode wijn. Rosé wijn herken je vooral aan de roze kleur. Tijdens de traditionele vinificatie worden de druiven gekneusd en beginnen de schillen hun kleurstof aan het sap af te geven. Zodra de wijnmaker tevreden is over de tint worden de druiven voorzichtig geperst en schillen en sap van elkaar gescheiden. Daarna gaat de vergisting verder. Hoe langer de schillen en het sap contact hebben, dus te donkerder wordt de kleur dus hoe krachtiger de smaak van de rosé. De beperkte hoeveelheid tannine in rosé maakt dat hij fris en licht is, maar toch met een zekere stevigheid gedronken kan worden.

Wat eet je bij rosé?

Door de vele stijlen kun je eigenlijk veel eten bij een rosé wijn. Als zomerwijn combineer je hem natuurlijk een licht zomers gerecht. Een lichtroze, droge rosé doet het erg goed bij gegrilde kip of een frisse salade. Het zwoele fruit van een zoete rosé haal je dan weer nog meer naar boven met een fruit dessert. Gaat de barbecue aan? Zet dat ook de rosé koud. Van de spiesjes tot zalmmoot een glas rosé wijn tilt je barbecue naar een hoger niveau!